Het gebruik van steriele gaasjes (om met desinfectans te overgieten) en steriele handschoenen is vervangen door het gebruik van niet-steriele gaasjes en handschoenen. Er wordt gewerkt volgens de no-touchmethode en ook in de literatuur staat het gebruik van steriele handschoenen niet. Wanneer er geen bloedcontact of medicijncontact te verwachten is zijn de handschoenen helemaal uit de werkinstructie weggehaald.
In de werkinstructie ‘Verwisselen infuusslang en connector veneus poortsysteem’ is het controleren van de ligging en doorgankelijkheid weggehaald, omdat deze werkinstructie uitgaat van een continue toediening. Het gebruik van handschoenen is toegevoegd, zodat deze werkinstructie ook gebruikt kan worden met infuusvloeistof waaraan een medicijn is toegevoegd. Bij infuusvloeistof zonder medicijn is het gebruik van handschoenen niet nodig.
Bij ‘Afnemen bloed uit veneus poortsysteem’ is een extra spuit NaCl aan de werkinstructie toegevoegd. De werkinstructie ging uit van 1 NaCl spuit, maar zowel voor als na de bloedafname wordt geflusht met een spuit NaCl.
Werkinstructie ‘Inbrengen Saf-T-Intima subcutane infuuscanule’: substap toegevoegd om de afklemming van de canule op te heffen voordat de opvoernaald verwijderd wordt.
Uit de werkinstructie ‘Toedienen medicijnen via subcutane canule met verlengslang, bolusinjectie’ is verwijderd dat de hoeveelheid spoelvloeistof 0,5-1 ml moet zijn. Nu staat er alleen nog dat er gespoeld wordt met minimaal het volume van de verlengslang. Deze aanpassing is gedaan omdat er verschillende soorten/volumes verlengslangen op de markt zijn.
Uit de werkinstructie ‘Inbrengen subcutane infuuscanule zonder verlengslang’ is het gebruik van handschoenen verwijderd. Contact met bloed of medicijnen is bij deze handeling niet te verwachten.
In de achtergrondinformatie van de subcutane infuusbehandeling zijn overwegingen beschreven om wel of niet te spoelen na toediening van een medicijn via de subcutane canule:
Spoelen subcutane infuuscanule
Er is geen consensus over het wel of niet spoelen van een subcutane infuuscanule na toediening van een medicijn. Handel volgens voorschrift van de arts. In onderstaande situaties kan overwogen worden om een subcutane infuuscanule te spoelen met spoelvloeistof:
- Als je verschillende soorten medicijnen na elkaar toedient via dezelfde infuuscanule. Dit voorkomt dat de medicijnen met elkaar vermengd raken.
- Bij intermitterende toediening van een medicijn via een subcutane infuuscanule met verlengslang. Dit zorgt ervoor dat er geen medicijn in de verlengslang achterblijft. En je zorgt ervoor dat de cliënt de volledige hoeveelheid medicijn toegediend krijgt. Als de subcutane infuuscanule al met het medicijn is ontlucht, is spoelen niet noodzakelijk als het medicijn niet kristalliseert.
De spoelvloeistof is meestal NaCl 0,9%. Gebruik voor het spoelen minimaal het volume van de verlengslang.
Twee reden om niet te spoelen na de toediening van medicijnen zijn:
- Je bereikt eerder het maximale toe te dienen volume.
- Het risico op infiltraatvorming rond de insteekplaats.